Golfregels of spelregels? door gastgerichtheid-extremist Hans Wognum
Het blijft me verbazen, dat we in het taalgebruik rondom het golfspel nog steeds autoritair aanvoelende taal gebruiken, terwijl we de deur naar onze (aspirant-)gast zo wijd mogelijk open willen zetten.
Een voorbeeld hiervan is “kennis van de regels”. Volgens mij klinkt “ontdekken van de spelregels” veel vriendelijker. Datzelfde geldt voor “regelcommissaris”, die in mijn ogen beter “spelregelbegeleider” zou kunnen heten. In golf lijkt het erop, dat men dol is op politiefunctionarissen: “de marshall”, toezichthouder en bewaker van de voortgang in de baan. In plaats van “gastheer”, “gastvrouw” of “players assistant” om het verblijf van de gast op de golfbaan zo aangenaam mogelijk te laten zijn. Zo ook voor de “caddiemaster”, ooit de baas van alle caddies. De master is er nog steeds, de caddies zijn in Nederland nagenoeg overal verdwenen en blijft er eenvoudigweg de rol van receptionist en gastheer of gastvrouw over.
Ik weet dat verandering uitdagend kan zijn, zo ook in spreektaal van ons golfers, maar als we allemaal volhouden om de oude autoritaire benaming uit ons brein te verbannen en die te vervangen door een meer gastgerichte benaming wordt de golfsport vanzelf een beetje meer toegankelijker.
Dus van op-teëen verplicht naar op-teëen gewenst om uw golfbaan in de winterperiode een beetje te kunnen sparen om het heel anders aan te laten voelen voor elke golfer of golfster. Welke woorden in de golfsport zou jij graag willen veranderen en waarin?
Best een leuk punt om over van gedachten te wisselen. Ik ben het echter ook wel eens met de reactie van Golffan. Hoewel compromissen niet altijd een goede oplosssing zijn denk ik dat hier een middenweg wel een goede keuze zou kunnen zijn. Regelcommissaris zou ik gewoon referee willen noemen, voor taalpuristen wellicht scheidsrechter? Maar dat geeft toch niet de uitstraling die je bij referee bij golf hebt. De Caddie master zou ik wel gastheer willen noemen. Voor Marshall heb ik geen passend alternatief. De laatste zin van Hans Wognum steelt mij hart. Natuurlijk, het gaat om het gedrag, dat geldt voor al die functionarissen! What’s in a name? De mentaliteit en het gedrag dat daar uit voortkomt is van belang. Al het personeel op een golfclub (prof of vrijwilliger) doet er goed aan zicht gastvrij en service-verlenend op te stellen. Goed voor de club , goed voor de gastspelers en goed voor de leden. En daar gaat het voor golfers toch om?
Mensen lezen niet. En al helemaal niet als teksten langer worden. Korte teksten hebben het welhaast onvermijdelijke gevolg strenger over te komen. Maar ze worden wel gelezen. Daarnaast zijn bijvoorbeeld verplicht en gewenst geen synoniemen van elkaar. Kennis hebben van en ontdekken van kennis ook niet. “Ontdek de spelregels tijdens uw ronde”; dat kan toch niet echt de bedoeling zijn, toch? Een marshall uw gastheer in de baan noemen vind ik wel aardig – maar begrijpt iedereen dan ook dat men zonder meer moet luisteren naar de gastheer? Overigens vraag ik me sterk af of de taakomschrijving of de taak invulling me tegenstaan bij sommigen. Ik denk het laatste. Een Marshall die op een fijne manier de gasten weet te wijzen op aansluiten en doorlopen zal door niemand negatief ervaren worden vanwege zijn titel. Een gastvrouw is een mooie titel, maar als dat een heks is die rokend en kauwgomkauwend achter de balie zit en met een chagrijnig smoel je greenfee afrekent en eigenlijk niet van haar stoel wil komen – dan boeit die titel ook niet. Dat gedrag des te meer.