Rekening Golfen
Binnen de golfsport wordt nagedacht over het soort lidmaatschappen dat traditionele clubs aanbieden, dus lidmaatschappen met speelrecht. En daarbij gaat het met name om de vraag of de trend in golf, waarbij steeds minder golfers lid worden van een dergelijke club, omgebogen kan worden door in plaats van alleen een lidmaatschap met onbeperkt speelrecht, ook lidmaatschappen met beperkt speelrecht aan te bieden.
Het is daarbij ook interessant om te kijken welke gevolgen dat kan hebben voor golfers die een lidmaatschap zonder speelrecht hebben (zoals bijvoorbeeld bij LinkedGolf), waarvan er in Nederland ongeveer 200.000 zijn.
Een 18 holes golfbaan heeft een capaciteit van ongeveer 50000 rondjes golf per jaar. De NGF geeft in een aflevering van podjegolf een aantal uitgangspunten aan, die wij hier overnemen:
- Omzet: 1,2 miljoen/jaar
- Rondjes/Jaar: 40.000
- Nodig om rond te komen: 1,2 miljoen/40.000 = 30 Euro per ronde
Een lid met onbeperkt speelrecht:
- Lidmaatschap: 1000 Euro/jaar.
- Rondjes per jaar: 100
- Gemiddeld aantal leden 18 holes baan: 800
- Inkomsten per ronde voor baan: 1000/100 = 10 Euro
- Totale Inkomsten baan leden: 800.000
Tekort baan = 1,2 miljoen – 800K = 400K.
Dit tekort zou dan door Greenfee spelers opgelost moeten worden.
Maar er is nog iets anders:
- baancapaciteit: 50.000 rondes/jaar
- leden spelen 800*100 = 80.000 rondes/jaar
Dit kan dus niet door greenfeespelers opgelost worden, want de baan is al ver boven capaciteit.
En dan zijn er de volgende gegevens (Spronsen, Golfbaan in Beeld)
- golfers met speelrecht spelen gemiddeld 41 rondes golf
- 60% van die rondes gaan over 9 holes
Maar het eerdere voorbeeld geeft het potentiële probleem natuurlijk wel goed weer. Er wordt – en dat wordt ook door sommige clubmanagers bevestigd – te weinig gevraagd voor een lidmaatschap met onbeperkt speelrecht als deze leden daadwerkelijk zo intensief gebruik gaan maken van die optie.
Door het lidmaatschap met onbeperkt speelrecht te verhogen, kun je ook lidmaatschappen met beperkte speelrechten tegen of net onder het oude lidmaatschaps tarief aanbieden.
Maar dan zijn er ook andere elementen waarvan we denken dat die een rol spelen:
- De onvoorstelbaar belangrijke rol van leden, niet alleen voor de club, maar ook voor de exploitant. Want die kan zonder vrijwilligers bijna niet rond komen. Als je als club betaalde marshals moet neerzetten is dat een relatief kostbare aangelegenheid. Vraag je veelspelers als tegenprestatie om die taken in te vullen, dan worden kosten beperkt en kom je dus ook dichter bij je doel.
- De trend, beschreven in dit artikel, dat in de samenleving dat steeds minder mensen lid van een club/vereniging willen zijn, en liever zelf hun ding doen.
- Is het werkelijk zo dat leden van clubs overal in Nederland zomaar extra zouden betalen voor het onbeperkt lidmaatschap of geldt dat alleen voor bepaalde regio’s?
- Aannemende dat dit allemaal wel lukt en alle clubs volstromen – wat gebeurt er dan met de golfers zonder speelrecht? Want voor greenfee spelers zou dan nauwelijks of geen ruimte meer zijn.
Nu zijn banen bijna zonder uitzondering vol met leden. Maar dat is in hoge mate een gevolg van Covid. Lange tijd was golf de enige sport die je buiten kon doen – en dat is zeker niet slecht geweest voor golf.
Maar voor Covid was de trend de andere kant op. Te weinig leden en te weinig rondes voor te weinig inkomsten. Het is te verwachten dat “aprés Covid” die trend zich na enige tijd weer hersteld. Vooral omdat voor ons niet duidelijk is wat er veranderd is in de golfmarkt om die trend te keren.
Een goed begin is het halve gewin. En dat is ook precies waar wij het probleem én de oplossing zien.
Wij denken dat er veel meer aandacht moet zijn voor wat er gebeurt met nieuwe golfers.
Van de 20.000 haken er 12.000 jaarlijks af. Hun teleurstelling kost de golfsport veel, heel veel goodwill. Want teleurgestelde mensen maken geen reclame voor je. En worden zeker geen lid van een club.
In een ontwikkeling als de Golf Fun Factor zien wij de oplossing voor een groot deel van deze teleurgestelde nieuwe golfers. En daarmee ook – in ieder geval ten dele – voor de lidmaatschappen van clubs.