Topgolf, het begint bij jou en je eigen club! Door onze golfsport expert Erwin Mulder

Golf is ontegenzeggelijk een van de mooiste sporten ter wereld. De sport staat echter niet bekend als een enorm grote wedstrijdsport. Natuurlijk spelen er best veel golfers clubwedstrijden. En spelen golfmaatjes onderling graag een potje voor de drankjes of bittergarnituur. Maar golf is toch vooral een luxebezigheid. Althans, dat is het beeld dat bestaat bij veel non- en intredende golfers.

Het is het beeld dat veel golfers vasthouden naar mate ze langer golfen. En mede daardoor golf nooit als wedstrijdsport gaan zien. Het wordt ook veel te weinig gemotiveerd vanuit de clubs.

Bij de meeste golfclubs heeft prestatiegolf niet de hoogste prioriteit.
Golf is een wandeling over mooi onderhouden grasvelden. Veel clubbestuurders lijken dat wel best te vinden. Die hebben niet zoveel met echte wedstrijden.

Toch kijken we met zijn allen graag naar wereldtoppers op TV. We volgen de lokale clubhelden die buiten de eigen club toernooien spelen in binnen- en soms buitenland. Dat is logisch, want iets dat je zelf nooit kunt bereiken is ontzettend aantrekkelijk, en dus kijken we er graag naar.

Iedereen natuurlijk op het eigen niveau, maar golf is toch vooral de gezonde bezigheidstherapie voor mannen en vrouwen boven de 50. Dat is het bestaansrecht van de golfsport in Nederland.
En dat helpt niet mee aan de sportieve- en de economische ontwikkeling van de golfsport.

Dat de golfsport in ons kikkerland duidelijk geen wedstrijdwalhalla is zien we wanneer we alle wedstrijden voor de betere golfers op een hoop vegen. Dit levert geen enorme berg op. Dit is onder meer gevolg van veel golfverenigingen, waar geen, of slechts een enkel lid buiten de club in open nationale wedstrijden speelt.

Te weinig golfclubs informeren en motiveren hun leden buiten de eigen club mee te doen aan goede toernooien, waar je jezelf als golfer verder kunt ontwikkelen. Een jeugdspeler die sneller dan gemiddeld leert golfen krijgt al snel de status ‘talent’. Die kan zich, mits de ouders dit kunnen veroorloven, via de NGF-wedstrijden op nationaal gebied zich in de picture spelen.

Maar de (nieuwe) competitief ingestelde golfer van 21 jaar of ouder met intrinsieke interesse om de golfsport als wedstrijdsport te beoefenen, moet het niet van de NGF of de club hebben. Die is dan vooral op zichzelf aangewezen en daarmee op open wedstrijden. Met betrekking tot de team competitie in het voorjaar, hebben de meeste clubs ook een veel te bescheiden beleid.

Zo heb ik in mijn gesprekken met vele verenigingsbesturen en TC’s uitspraken aangehoord met de strekking:
“Omdat onze hoogste teams geen rol van betekenis spelen en veel teamleden niet onder de 20 zijn, is er geen prioriteit gegeven aan een topsportbeleid. We gaan toch nooit meespelen op het hoogste niveau”.

Werkelijk je reinste onzin natuurlijk.

Je hebt dan echt geen benul wat het voor je club kan betekenen door wel dat beleid te gaan uitvoeren en dit naar buiten uit te dragen. Als competitief ingestelde golfer heb je dus geluk wanneer je lid bent van een club waar dit wel goed wordt opgepakt.

Ik wil niet alles over een kam scheren, maar we kunnen gerust de stelling nemen dat:
“Golfverenigingsbesturen en het gemiddelde golfbaanmanagement kennen geen echte wedstrijdcultuur en dragen niet bij aan het verankeren van het spelen van wedstrijden onder de golfers in Nederland.”

Ja, de eigen clubwedstrijden, maar alles buiten de club wordt toch een beetje gezien als concurrentie. Dat merk je ook in de tariefstelling naar toernooiorganisaties. En dat is enorm kortzichtig.

Dat was overigens een jaar of 15 geleden nog heel anders! Vreemd eigenlijk, want in een wereld die alleen maar competitiever is geworden, is de golfsport in dat opzicht weggezakt. Misschien is dat gegeven op zich wel debet aan het hebben van slechts enkele absolute Nederlandse golftoppers, die als professional kunnen leven van het spelen van wedstrijden. Anne en Joost. Meer hebben we (nog) niet.

Het is tekenend voor de algehele tendens in golfend Nederland.
De rem zit erop bij veel clubs, en dat is vooral het gevolg van onwetendheid en soms zelfs desinteresse.
Niet omdat er niet genoeg golfers zijn die wel gemotiveerd zijn in het meespelen in serieuze golftoernooien.
Maar ja, zolang een maandbeker zwaar meetelt voor kwalificatie van de competitie teams en een nationaal toernooi minder of zelfs niet……

Wil je op topniveau wedstrijden spelen dan ben je als jonge amateur aangewezen op de NGF-wedstrijden, want daar vallen de punten te winnen voor de belangrijkste jaarranglijsten.

Dan zijn er toernooiorganisaties zoals de Noordelijke Golftour en de Open Amateur Golf Tour die vanuit de passie voor de sport echt goede toernooien organiseren en in kwaliteit van de organisatie niet onderdoen voor de NGF. Deze toernooiorganisaties groeien gestaag, want alleen al aan de wedstrijden van de Open Amateur Golf Tour doen dit jaar zo’n duizend golfers mee!

Voor de leerling teaching professionals is er de Monday Tour, en de PGA Holland Tour heeft dan nog 9 wedstrijden voor de happy few die daar de dienst uitmaken in de Order of Merit.

Grote toernooiorganisaties zoals die van de Noordelijke Golftour en de landelijk opererende Open Amateur Golf Tour, organiseren beide kwalitatief zeer goede toernooien. Maar dragen nauwelijks bij in de puntenklassementen van de NGF.

En komen mede daardoor voor lastige uitdagingen te staan zoals het aantrekken van de sterkere spelers binnen diverse leeftijdscategorieën. Ook het aantrekken van sterke titel sponsors is daardoor een uitdaging.

Waardoor bijvoorbeeld de inschrijfgelden niet kunnen concurreren met die van de NGF en de organisaties andere bronnen van inkomsten moeten vinden om in het aanbod te kunnen blijven voorzien.
Eigenlijk oneerlijke concurrentie dus en het draagt zeker niet bij aan het ideale wedstrijdenlandschap.

Wat zou dan kunnen bijdragen om in Nederland een gezonder wedstrijdenlandschap te creëren?

Om te beginnen zou het enorm waardevol zijn wanneer de NGF andere goede toernooien in Nederland meer credit zou geven en hen meer ondersteunt. Natuurlijk door meer punten toe te kennen voor de nationale amateur ranking en de daarvan losgekoppelde topgolf ranking. Logischerwijs zou dan direct meer aandacht en toegevoegde waarde ontstaan voor het spelen van wedstrijden buiten de eigen golfvereniging.

Dat gebeurt ook als Technische Commissies meer wedstrijden buiten de club zouden laten meetellen voor bijvoorbeeld de kwalificatie van de competitie teams (dit was vroeger ook meer het geval).

Daardoor kan golf veel meer gaan groeien als wedstrijdsport. Wedstrijden spelen maakt van een golfer niet alleen een betere golfer, het maakt de golfer ook meer toegewijd aan de sport, en dat is van groot belang – ook op economisch gebied.

Een zichzelf respecterend golfland beschikt over nationale selecties bij jeugd, dames, heren mid-amateurs en senioren. In Nederland sluit dit totaal niet goed op elkaar aan. Daar maken we van de jeugd min of meer de sprong naar de senioren. Vreemd toch?

We slaan gewoon de hele groep golfers van 30 tot 50 jaar over.
Natuurlijk is er vanuit die groep minder kans op het ontstaan van topgolfers, die misschien ooit nog playing professional kunnen worden. Maar bij de senioren is dit nog minder het geval, en daar is wél een serieus plan en budget voor.

Voor de Mid-Amateurs dus niet, terwijl hier de aanwas rondloopt voor het topgolf bij de senioren.

Een goed sportklimaat moet gewoon kloppen. Op alle vlakken. Bij de verenigingen, bij de bond, bij de open wedstrijdorganisaties. Misschien moeten we met zijn allen eerst ervoor gaan zorgen dat het golfwedstrijdenlandschap gewoon klopt. Over de hele linie.

Zodat men kan zien dat de golfsport voor een competitief ingestelde amateur golfer ook na het 30e, 40e 50e en 60e levensjaar betekenisvol kan zijn. Dan wordt de beleving van de sport in de breedte nog veel intenser en waardevoller. Het draait het niet alleen meer om de incrowd die al jaren meedraaien.

Het is dan ook mijn stellige overtuiging dat de golf(top)sport pas echt tot ontwikkeling kan komen wanneer het golfwedstrijdenlandschap van voor tot achter optimaal is ingericht. Het begint wel degelijk bij jou en jouw golfvereniging, en het op een professionele manier uitvoeren van het algemeen- en topsportbeleid vanuit het golfbaan- en golfclubmanagement.

Daar hoort prestatiesport als focusgebied, ongeacht of er op dit moment wel of geen potentiele toekomstige playing professionals binnen de clubmuren rondlopen, altijd in thuis. Het is een instelling, een mentaliteit en het draagt bij aan succes, sportief én zakelijk.

Reageer gerust. Dan komen er vast en zeker zaken aan bod die in dit stuk onbelicht zijn gebleven.
En natuurlijk horen we ook graag de succesverhalen van golfverenigingen waar het wel goed geregeld is met het beleid op de prestatiesport. Dat kan andere verenigingen helpen.

Deel dit bericht!